Opmaak lettertype aanpassen

Het is mogelijk de opmaak te wijzigen van tekst in de tekst secties en koppen. Denk hierbij aan vet, cursief, grootte en lettertype. Een standaard opmaak kan je aanpassen in de CALC software. Deze is dan geldig voor elke calculatie.

De pictogrammen voor het aanpassen van tekst zijn te vinden in [Start][Lettertype].

Om een aanpassing te doen aan tekst kan met de linkermuisknop het deel geselecteerd worden wat aangepast moet worden, waarna vervolgens met het juiste pictogram de aanpassing gedaan kan worden. In onderstaand voorbeeld zijn de volgende aanpassingen gedaan:

– Kop 1 ‘Grondwerk’ is vet gemaakt;

– De werkomschrijvingen 1.1 en 1.2 zijn cursief gemaakt;

– Cunet is in werkomschrijving 1.1 onderstreept.

– Een extra eenheidsaanduiding in de omschrijving van 1.2 heeft deels een subscript gekregen.

Voor een aantal functies kunnen ook sneltoetsen gebruikt worden:

– Ctrl + B: vet

– Ctrl + I: cursief

– Ctrl + U: onderstrepen

Daarnaast is het ook mogelijk om tekst te arceren, het lettertype te wijzigen of de kleur van het lettertype aan te passen. Mocht het nodig zijn om voor bepaalde delen alle opmaakswijzigingen terug te draaien naar default, dan kan de knop [Start][Stijl][Stijl wissen] gebruikt worden nadat de desbetreffende tekst geselecteerd is. Dit verwijderd alle opmaak, dus niet alleen de meest recente. Wil je

Stijl wissen 03-2022

De standaardopmaak voor het bestand kan ook aangepast worden. Hierbij gaat het dan niet alleen over de tekstvelden en koppen, maar ook om tarieven, eenheden, prijzen etc. Om deze aanpassing te doen kan naar [Bestand][Eigenschappen][Weergave] genavigeerd worden. Hier kunnen het standaard lettertype en de font grootte gewijzigd worden, waarna met [Ok] de wijziging bevestigd wordt. In onderstaande calculatie is het lettertype gewijzigd naar Arial met lettertype 11:

Wanneer de opmaak varieert per type calculatie, wordt aangeraden de opmaak op te slaan in een startdocument. 

Veelgestelde vragen

Hoe kan ik printen?

Via [Beeld] en [Rapportvenster toevoegen] kun je een rapportvenster toevoegen: de complete calculatie of de standaardofferte. Vervolgens kun je via [Secties] zelf bepalen welke secties je wilt zien, paginaonderbrekingen instellen en kopteksten aan- of uitzetten.

Hoe stel ik mijn basisniveau van elementen in?

Je kunt via [Eigenschappen van het bestand] bepalen wat je basisniveau van elementen is (Componenten, Tarieven, Werkpakketten, Constructies of Profielen). De lijst [Elementen in de calculatie] wordt opgebouwd met de elementen van het laagste niveau.

Hoeveel niveaus zijn er in CALC?

Standaard zijn er vijf niveaus in CALC: Componenten, Tarieven, Werkpakketten, Constructies en Profielen. Componenten zijn hierbij het laagste niveau en Profielen het hoogste niveau. Een schip (tarief) kan bijvoorbeeld bestaan uit brandstof (component) en een verzekering (component). Een Werkpakket is dan weer een bundeling van tarieven. Voor grond ontgraven heb je bijvoorbeeld een grondwerker (tarief) en een kraan (tarief) nodig. Vervolgens is een Constructie weer een bundeling van werkpakketten en een Profiel een bundeling van constructies.

Volgorde kolommen aanpassen

In CALC bepaal je zelf in welke volgorde de kolommen staan. Tevens kun je kolommen aan- en uitzetten.

Door met de linkermuisknop op de lichtgrijze kolomtitels te klikken verschijnt bovenin je calculatie de donkergrijze kolomwijziging module. Deze bepaald voor welke tabel de kolommen aangepast kunnen worden.

In onderstaand voorbeeld wordt de volgorde van de kolommen in de sectie [Calculatie] veranderd. Selecteer met de linkermuisknop op de kolom [Eenheid] en versleep deze naar een andere positie.  De blauwe balk is de plek waar de kolom terecht komt. In onderstaand voorbeeld komt de kolom [Eenheid] dus tussen de kolom [Hoeveelheid] en de kolom [Omschrijving].

Je ziet dat de kolom [Eenheid] nu inderdaad tussen de kolom [Omschrijving] en [Hoeveelheid] is gekomen.

Ook is het mogelijk de rijen in kolommen te sorteren. Dit kan in elke tabel per kolom worden bepaald, behalve in de Calculatietabel.

Je klikt eerst op de tabel waarin je het wilt sorteren. Daarna klikt je op de kolomnaam in de grijze balk bovenaan. In de volgende voorbeelden wordt de Omschrijvingskolom gesorteerd.

Voorbeeld 1. Omschrijvingskolom met volgorde van invoer.

Voorbeeld 2. De eerste klik sorteert de kolom van Z->A of hoog->laag.

Voorbeeld 3. De tweede klik sorteert de kolom van A->Z of laag-> hoog.

De derde klik toont de originele volgorde weer. Dit is de volgorde van invoer.

Veelgestelde vragen

Hoe kan ik printen?

Via [Beeld] en [Rapportvenster toevoegen] kun je een rapportvenster toevoegen: de complete calculatie of de standaardofferte. Vervolgens kun je via [Secties] zelf bepalen welke secties je wilt zien, paginaonderbrekingen instellen en kopteksten aan- of uitzetten.

Hoe stel ik mijn basisniveau van elementen in?

Je kunt via [Eigenschappen van het bestand] bepalen wat je basisniveau van elementen is (Componenten, Tarieven, Werkpakketten, Constructies of Profielen). De lijst [Elementen in de calculatie] wordt opgebouwd met de elementen van het laagste niveau.

Hoeveel niveaus zijn er in CALC?

Standaard zijn er vijf niveaus in CALC: Componenten, Tarieven, Werkpakketten, Constructies en Profielen. Componenten zijn hierbij het laagste niveau en Profielen het hoogste niveau. Een schip (tarief) kan bijvoorbeeld bestaan uit brandstof (component) en een verzekering (component). Een Werkpakket is dan weer een bundeling van tarieven. Voor grond ontgraven heb je bijvoorbeeld een grondwerker (tarief) en een kraan (tarief) nodig. Vervolgens is een Constructie weer een bundeling van werkpakketten en een Profiel een bundeling van constructies.

Moederbestanden instellen

Werk je als organisatie met standaardbestanden, dan kan je een moederbestand instellen. Uit het moederbestand kan je hele hoofdstukken ,inclusief onderbouwing, overnemen naar nieuwe calculaties. Alle opmaak, waardes en opbouw wordt precies hetzelfde overgenomen van het moederbestand naar de nieuwe calculatie. Dit verminderd herhalend werk.

Als eerst bouw je een moederbestand op door een nieuw sjabloon of startdocument te openen en deze te vullen met alle koppen, werkomschrijvingen en elementen die vaak in calculaties gebruikt worden. Sla dit moederbestand vervolgens op.

Daarna open je een nieuw sjabloon of startdocument. Je stelt een moederbestand in voor de calculatie via [Bestand]->[Eigenschappen]-> [Moederbestand].

Vervolgens geef je aan via welk bestandspad de benodigde moederbestanden worden opgehaald.

 

Als het pad in ingesteld, kan je klikken op [Start]->[Moederbestand]. Deze knop staat naast de Stamgegevens in de knoppenbalk.

Selecteer het gewenste moederbestand uit de lijst. Het is ook mogelijk om in te stellen welk bestand standaard  geopend moet zijn. Dit is mogelijk via [Bestand]->[Eigenschappen]->[Moederbestand]->[standaard moederbestand].

Elementen slepen vanuit het moederbestand

Selecteer een element met de Linkermuisknop. Wil je meerdere elementen tegelijkertijd slepen, dan hou je [Ctrl] in gedrukt en klik je met je linkermuisknop op meerdere elementen.

Sleep de gewenste elementen uit het moederbestand naar het openstaande calculatie.

Het nummer bij het sleep-icoon geeft aan hoeveel elementen worden overgenomen.

Belangrijk: het is niet mogelijk om meerdere elementen met verschillende niveaus te slepen. Een voorbeeld hiervan is een kop selecteren in combinatie met een werkomschrijving die niet wordt gebruikt in de onderbouwing van de gekozen kop.

Kopieer conflicten

Het kan soms zijn dat het moederbestand en de calculatie waar naar toe gesleept wordt tarieven bevatten met hetzelfde tariefnummer maar verschillende waardes zoals een andere prijs per eenheid of omschrijving. Dan krijg je de onderstaande melding.

Als je klikt op [aanpassen aan doel] wordt het tarief aangepast naar dezelfde waarden die ook voorkomt in de nieuwe calculatie.

Als je kiest voor [maak kopie], krijg je een aangepast tarief met een nieuw elementnummer

Veelgestelde vragen

Hoe kan ik printen?

Via [Beeld] en [Rapportvenster toevoegen] kun je een rapportvenster toevoegen: de complete calculatie of de standaardofferte. Vervolgens kun je via [Secties] zelf bepalen welke secties je wilt zien, paginaonderbrekingen instellen en kopteksten aan- of uitzetten.

Hoe stel ik mijn basisniveau van elementen in?

Je kunt via [Eigenschappen van het bestand] bepalen wat je basisniveau van elementen is (Componenten, Tarieven, Werkpakketten, Constructies of Profielen). De lijst [Elementen in de calculatie] wordt opgebouwd met de elementen van het laagste niveau.

Hoeveel niveaus zijn er in CALC?

Standaard zijn er vijf niveaus in CALC: Componenten, Tarieven, Werkpakketten, Constructies en Profielen. Componenten zijn hierbij het laagste niveau en Profielen het hoogste niveau. Een schip (tarief) kan bijvoorbeeld bestaan uit brandstof (component) en een verzekering (component). Een Werkpakket is dan weer een bundeling van tarieven. Voor grond ontgraven heb je bijvoorbeeld een grondwerker (tarief) en een kraan (tarief) nodig. Vervolgens is een Constructie weer een bundeling van werkpakketten en een Profiel een bundeling van constructies.

Terminologie

In dit artikelen worden de meest voorkomende termen uitgelegd.

  • BSDOT: Bakker&Spees Document Template. Dit is het sjabloon format.
  • BSDOC: Bakker&Spees Document. Dit is het startdocument format.
  • BRE (Business rule engine). De logica die de berekeningen in de software mogelijk maakt.
  • BRL (Business rule language). De taal waarin sjablonen worden geschreven.
  • CUF (Calculatie uitwissel formaat). Document format voor ramingen in CALC en CIVIEL.
  • Objecten: Verzameling data (elementen) en gedrag (functies). Objecten kunnen worden gecreëerd, aangepast of verwijderd.
  • Sjabloon:  Template waarin document structuur vooraf is gedefinieerd.
  • Startdocument: Document, gebaseerd op een sjabloon met vooraf gedefinieerde inhoud.
  • Secties: Een container met inhoud.
  • RC (Release candidate). Softwareversie die wordt getest voor uitlevering naar klanten toe.
  • Relaties: Beschrijft de koppeling tussen waarden en hoe de berekening is opgebouwd.
  • Variabelen: Wordt gebruikt voor opslaan van resultaten voor berekeningen en user input die gebruikt wordt voor berekeningen.
  • XML (Extensible Markup Language): Wordt gebruikt voor het overzetten, het ophalen, het wegschrijven en het exporteren van data. Het is een standaard van het World Wide Web Consortium.

Veelgestelde vragen

Hoe kan ik printen?

Via [Beeld] en [Rapportvenster toevoegen] kun je een rapportvenster toevoegen: de complete calculatie of de standaardofferte. Vervolgens kun je via [Secties] zelf bepalen welke secties je wilt zien, paginaonderbrekingen instellen en kopteksten aan- of uitzetten.

Hoe stel ik mijn basisniveau van elementen in?

Je kunt via [Eigenschappen van het bestand] bepalen wat je basisniveau van elementen is (Componenten, Tarieven, Werkpakketten, Constructies of Profielen). De lijst [Elementen in de calculatie] wordt opgebouwd met de elementen van het laagste niveau.

Hoeveel niveaus zijn er in CALC?

Standaard zijn er vijf niveaus in CALC: Componenten, Tarieven, Werkpakketten, Constructies en Profielen. Componenten zijn hierbij het laagste niveau en Profielen het hoogste niveau. Een schip (tarief) kan bijvoorbeeld bestaan uit brandstof (component) en een verzekering (component). Een Werkpakket is dan weer een bundeling van tarieven. Voor grond ontgraven heb je bijvoorbeeld een grondwerker (tarief) en een kraan (tarief) nodig. Vervolgens is een Constructie weer een bundeling van werkpakketten en een Profiel een bundeling van constructies.